Wereldvoedseldag. We kunnen er een dag voor uitroepen. We kunnen elke dag roepen, dat we de wereld moeten voeden. We kunnen naar boven kijken, en naar beneden: daar komt onze hulp vandaan. Maar vooral uit ons eigen hart. HART, het begin van het leven, het midden van het lijf (leven) en de aanwijsbare plek waar onze ziel gevoed wordt. De oorsprong? Onze aarde. De grond onder onze voeten wil ons voeden, elk op de plek waar we wonen. Zo kunnen we delen wat bij ons groeit en is er overvloed.
W aardigheid
W aarde
W eten
Voedsel: een grondrecht – Honger: een onrecht.
Plant een wereldvoedselboom. Deel alle zaden van zijn eetbare vruchten met je vriend(inn)en. Vraag hen de zaden te zaaien, om zo ook de wereldvoedselboom te verspreiden. Wie moet het doen als wij het niet doen? Waar moet het gedaan worden als het hier niet wordt gedaan? Wanneer moet het gebeuren als het nu niet gebeurt?


Deel en eer: eer de kleine boer en het oervoedsel, door mee te helpen zonder winst-oogmerk. Deel samen het werk, de oogst, het graan, de groente, het vlees. En boven alles, eer het samenzijn omdat het daar vandaan komt, daar de woorden worden gevormd waarmee we het leven vieren, eren en weer loslaten. Eer de aarde door haar te voeden en ons toe te wijden op dit werk. Toewijding. (W)Aardigheid.
