Arenlezers
op de Goddelijke Domeinen
van Moeder aarde,
dat zijn we.
Nu eten we van de vruchten
die een ander heeft geoogst
in het zweet des aanschijns.
Die laatste muis aan boord
is vergaan
De graankorrel
die ze had bewaard,
was vergiftigd
Het schip dwaalt verder,
ankerloos,
stuurloos
op de enorme zee.
Daar op het dek ligt een man,
is het een man?
te slapen in de stormen.
Een levend zaadje,
de levende aarde,
de levende lucht..
Alles, wat daarin leeft,
deelt met ons in overvloed.
De tuin staat vol
met groenten
het fruit lonkt
aan bomen en struiken.
We breken het brood.
Nog meer vogels
komen kwinkeleren.
Kinderstemmen klinken op,
oude mensen
zetten zich neer
op een bankje en genieten.
We heffen het glas
op de nieuwe oogst.
De rovers in de struiken?
Die zijn allang vertrokken
met de Noorderzon.
Of ze zitten als Dagobert
op hun geldstapels
in grootse verwarring
om zich heen te kijken.
Leonne Muller
Rûn libben en Grûn
zomer 2021